Thresholding

Een drempel waar je welkom wordt geheten

Wanneer taal tekort schiet, begint ethische creativiteit. Een omweg is dan mogelijk dé weg. Wat betekent dat voor zorg en ethiek?"Indirect werken in (zelf)onderzoek helpt ons te verbinden met verborgen dimensies en het 'onzegbare', vooral in zorg. Door niet rechtstreeks te zoeken, vinden we wat zich niet laat dwingen. Soms is het nemen van een zijpad zinvol: in plaats van direct over oplossingen of antwoorden na te denken, stellen we dat even uit. We nemen het zijpad; we maken een schets of proeven aan iets nieuws, we bewegen of we dromen. Nieuwe ruimten openen zich dan, en inzichten verrijzen, maar vanuit een andere plek dan voorheen."  Uit: Sometimes, indirect is more direct, 2025, Merel Visse







Links: Ziekenhuisgang Merel Visse, 2024. Rechts: Fragment video Hidden Kernel of Care, Merel Visse 2025










































































“Het is belangrijk om te ervaren waarom je doet wat je doet, en waarom je het zó doet en niet anders zou kunnen of willen. Je leert over jezelf. Dat helpt om je werk vol te kunnen houden, om het goed te kunnen doen, maar ook om te kijken of het zinvol voor je is en je je hart erin kwijt kunt." - Inge van Nistelrooij
























































































Fragment, single-channel video The Hidden Kernel of Care, 
Merel Visse, 2025
De foto hiernaast toont een ziekenhuisgang waar ik, Merel, één van de initiatiefnemers van Gloed en werkzaam bij Drew University, precies een jaar geleden, meer dan een maand heb doorgebracht. 

Ik vertelde er dit jaar tijdens diverse lezingen over en begon meestal zo:

Op een dag zat ik naast zijn bed, en ik hoorde hem iets fluisteren. Aanvankelijk kon ik het niet horen, maar hij bleef dezelfde zin herhalen, keer op keer. Ik schrok toen ik plots begreep wat hij fluisterde: "Neem mij, Heer, Uw wil geschiede". Ik schrok, omdat hij niet religieus is. Of was? Ik bedekte hem met een deken uit de dekenverwarmer die ik in de gang had gevonden. Ik hoorde een diepe zucht, en zijn gefronste gezicht ontspande. Mijn hart bonsde. "Verliezen we je?" De uren leken dagen te duren. Hij keek naar de klok aan de muur. "Vannacht kreeg ik twee neven op bezoek. Ze zaten me achterna! Mijn lepel overstroomt. Zie je het konijn hier? Ik hoor de vogels, ze jodelen. Oh, ze jodelen! Kijk daar, kijk omhoog!" Ik kijk omhoog naar de witte plafondtegels. "Kijk naar de bladeren. Ik moet een manier vinden om te ontsnappen". De klok zegt drie uur. Ik begrijp er niets van, van wat hij zegt. Ik ben bezorgd, in de war.


Pas later leerde ik, dat hij een delier meemaakte. Een delier is een acute toestand van verwardheid. Iemands bewustzijn en denkvermogen is dan ernstig verstoord. Een jaar geleden werd ik geconfronteerd met dit lijden, een lijden dat me diep raakte. En onlangs gebeurde het weer, toen een goede vriend van ons een delier meemaakte na een ernstig motorongeluk. Hij lag drie weken op de IC naar een wit plafond te staren en raakte ook in de war. Misschien herken je dat witte platfond. Veel tandartsen hebben het ook. Ik dook er wat dieper in - in wat er is geschreven over het delier - en al snel leerde ik dat het een complicatie kan zijn van te lang in een 'gedesensibiliseerde' plek zijn. Een vorm van esthetische verwaarlozing, ofwel: een gebrek aan zintuiglijke en esthetische prikkels of ervaringen die nodig zijn voor ons welzijn, zoals kleur, textuur, geluid, licht, of natuurlijke ritmes, en zelfs schoonheid en harmonie. Eén van de verpleegkundigen vertelde me: 'Het zou niet zo moeilijk moeten zijn om een aandoening te behandelen die zo vaak voorkomt'. De cijfers zijn schrikbarend.

Het deed me direct denken aan Yuriko Saito's boek waarin zij begint met het probleem van esthetische verwaarlozing of deprivatie. Het veroorzaakt diepgaand leed. Een lijden dat zowel esthetisch als moreel is—onafscheidelijk. Als we de esthetische ervaring veronachtzamen, verliezen we stilletjes onze menselijkheid.

Dat weten we allemaal denk ik wel. Maar tóch nodig ik je opnieuw uit, want er is meer te zien. Stel je een wereld voor waar het vertrouwde vervormd raakt. Waar het troostende chaotisch wordt. Waar je waarneming zo verdraaid is, dat het schade toebrengt. Aan jezelf of anderen. Waarnemingen zijn lastig onder woorden te brengen. Ervaringen met dit soort situaties ook. Dus wat te doen als woorden geen soelaas bieden? Juist op die "onzegbare" aspecten van onze esthetische en andere ervaringen richt mijn werk bij Gloed en Drew University zich. Ik was getuige van de verwaarlozing die dit met zich meebrengt. De wijzers van de klok waren geen wijzers meer, maar simpelweg zwarte lijnen zonder betekenis. Ik kon er zelf ook slecht van slapen, en begon in de nachtelijke uren aan een videoproject, wat me hielp, om mijn ervaringen met de situatie en wat ik erover had gelezen te verbinden. Langzaam ontstonden er inzichten en openden zich nieuwe perspectieven. De rechterkant van de afbeelding hierboven, een fragment uit de video die ik maakte, presenteert er één, waarover straks meer.

Het was alsof ik (ethische) inzichten over 'wat ertoe doet' niet bedacht, maar ontving door een weg te leven. Da's niet vaag, maar een volkomen legitieme ervaring, gegrond in een procesvisie op esthetiek en ethiek. Ik verbond me met dat proces via het 'leven' van m'n vragen, heel geleidelijk en met zorg. Het was alsof ik door een landschap bewoog, met allerlei overgangen, met rivieren en bergen, waardoor ik soms een omweg moest nemen. Die omwegen waren eerst frusterend, maar achteraf gezien hard nodig, zo schreef ik onlangs in een artikel waarin ik een benadering voor deze vorm van onderzoek ontwikkelde: "Sometimes indirect is more direct" (2025).

Wanneer taal alleen tekort schiet


Juist de omwegen maken het mogelijk, dat we contact kunnen maken met "onzegbare" dimensies van ons werk en leven, om uiteindelijk te ontdekken wat 'ertoe doet'; ieder moment opnieuw. Ook over dat 'onzegbare' schreven we eerder (hieronder is een lijstje opgenomen). De omwegen (be)geleiden me gestaag naar die subtiele, ongrijpbare inzichten, waar fysieke, ethische en spirituele kwaliteiten van zorg niet langer gescheiden zijn, maar onlosmakelijk verweven.

Dit is een vorm van ethiek die draait om levend (zelf)onderzoek, wat we vanaf nu Thresholding noemen. Ik kom daar zo op terug, op die term. Soms leidt een tocht ons naar het goede, soms brengt het nieuwe, andere vragen naar de voorgrond. Wat gebeurt als we verschuiven van het observeren van zorgpraktijken naar het (be)leven ervan? En wat gebeurt als we opnieuw verbinding maken met wat zorg leefbaar maakt, zoals haar vitaliteit? Ik bedoel daarmee niet dat zorg een soort vitale kracht zou hebben, maar dat we ons ook door zorg kunnen laten meevoeren, '...door stille stromingen', een 'overgave aan het zich ontvouwende' om maar bij Jullieniaans vocabulaire aan te sluiten, dat gaat om het doorleven van een proces, om stille transformaties en om het loslaten van controle. Ik geef straks een voorbeeld. Ik verwijs hier naar François Jullien, een Franse filosoof die me inspireert, en wiens werk belangrijk is voor wat we nu Thresholding noemen: creatief (zelf)onderzoek.

Thresholding zoals we dat (tot nu toe) verstaan, komt voort uit tenminste drie stromingen: de Daoïstische filosofie, de pedagogiek, en de zorgethiek. Ik begin bij dat laatste. Als ik het me goed herinner, nodigde wijlen oud-collega Frans Vosman ons rond 2014 uit om de zorgethiek via zogenaamde 'threshold' concepten te ontwikkelen. Zorgethiek werkt niet met vaste regels zoals 'respecteer autonomie' of 'doe geen kwaad' die je altijd moet volgen. In plaats daarvan kijk je naar elke situatie door een bepaalde bril: je let op kwetsbaarheid, relaties tussen mensen, het lichaam, en verantwoordelijkheid, naast andere elementen. Daarom kozen we bij Gloed voor de thema's van de vier eerste morele ateliers. Zodat je door die brillen de situatie anders ziet, dan zonder. Het is alsof je over een drempel stapt naar een nieuwe manier van kijken naar zorg. Vandaar het woord 'threshold' (drempel). 

Het pad, de drempel en het hart


Anderen schreven ook over threshold concepten als pedagogisch instrument. Ik ga hier niet dieper op in. Voor mij is mijn ervaring met Thresholding vanuit de Daoïstische filosofie het belangrijkste en meest persoonlijke. Vooral hoe dit wordt toegepast op landschapsschilderkunst. Vanuit het Daoïsme heeft een schildering drie elementen: het pad, de drempel en het hart. Het pad is kronkelend, niet recht - het meandert zoals een rivier. Dit meanderen vertaalde ik naar een werkwijze in mijn artikel Sometimes Indirect is More Direct (2025): je beweegt slingerend door concepten, materialen, ruimtes, reflecties en ontmoetingen. Het pad leidt naar een drempel, een threshold. Er is iets, dat je daar welkom heet. Het kan een berg zijn, of een andere fase in je ontwikkeling, het kan een schaduw zijn, een nieuwe collega, een nieuwe plek. In het hart ligt de betekenis. Het is impliciet en kan niet direct gekend worden, alleen indirect. Je kunt het niet forceren of 'doen', maar het pad toont de weg naar iets dat een gevoel van 'in leven zijn' kan brengen. 

Levende ethiek


Al reizend door zo'n landschap, vervagen scheidslijnen, en vallen onderscheiden tussen het tastbare en het niet-tastbare weg. We kijken niet langer 'naar iets', maar zijn ermee verbonden, om het te ervaren. De scheidslijn tussen binnen en buitenwereld vervaagt. En daarmee rijst ook een ander beeld van ethiek op: het gaat dan niet om voorschriften of principes of regels, maar om 'het op waarde schatten van de ervaring,' zoals de Franse filosoof François Jullien zo krachtig zegt. Geen lijstjes met wat wel en niet mag, maar een levende ethiek met aandacht voor hoe mensen dingen werkelijk beleven en ervaren. 

Ik sluit af met een ander beeld


Want er was een moment, een paar weken later, in de woonkamer. 

Hij zei:

"Berusting droeg bij aan mijn verwarring". Het duurde even voordat ik het begreep. Hij bedoelde te zeggen, dat berusting voor hem een terughoudende aanvaarding betekende. Hij gaf de verpleegkundigen geen toestemming om voor hem te zorgen. Hij gaf ze ook geen goedkeuring, noch wees hij ze af. Het was geen protest. In plaats daarvan, was het een acceptatie die gepaard ging met een soort ontvangen …. Van wat?

En toen voegde hij toe, met een zwaarte die voelbaar was: 'Ik heb mezelf aan hen gegeven.' De woorden resoneerden op een bijna huiveringwekkende manier. 'Aan wie?' vroeg ik, instinctief. 'Aan hen. Ik gaf hen mijn agency.' Door zich over te geven, door zorg te 'accepteren' via loslaten, werd hij naar de uiterste rand van de ervaring getrokken, tot aan de grenzen van het waarneembare. Het landschap van zorg werd zíjn wereld, een wereld die binnen in hem weerklonk, alsof de strijkstok hem bespeelde.
 

Het kostte tijd – uren werden dagen, daarna weken – naast hem zittend. Aanvankelijk was ik een waarnemer, die de scène in me opnam: de steriele gangen, dat koude blauwe licht, het constante gezoem van machines in de verlaten gangen, de witte, bijna té witte lakens. Maar langzaam, bijna onmerkbaar, veranderde mijn toegang. Ik verloor controle, ik bewoog van op de uitkijk zijn, van observeren, van het volgen, naar er deel van worden, naar het leven. Ik raakte verstrengeld met de stille stromingen van verandering. Het was meer dan met de stroom meegaan, wachten om ontslagen te worden, toegejuicht door een rij verpleegkundigen en therapeuten, in de gang toen ik hem na zes weken het ziekenhuis uit reed.

Je hieraan overgeven vereist een theoretische, perceptuele en poëtische flexibiliteit, een bereidheid om te accepteren wat Jan Patočka het 'verlies van grond' noemde. Een bereidheid om zekerheden los te laten en ons bewust te worden van wat voortdurend langs onze voeten stroomt… Maar dat gebeurt niet zonder positie te nemen, niet zonder onderscheidingsvermogen. Deze benadering van esthetiek en ethiek als een levend onderzoek vraagt ons om te snelle oordelen uit te stellen, te snelle "ja's" of "nee's". Het nodigt ons uit om te leven, te leren en het potentieel van wat zich ontvouwt te verkennen en ervaren. 

Dat is wat ik heb getracht op te roepen in de laatste beelden van de video, waarvan je hierboven een fragment ziet, en die je hier volledig kunt bekijken. Let op: ook aan jou als kijker vraag ik, om de controle even los te laten, en je te openen voor waar de video je toe uitnodigt, en om te zien, horen en voelen hoe, zoals ik hierboven schreef, 'het landschap van zorg zíjn wereld werd, een wereld die binnen in hem weerklonk, alsof de strijkstok hem bespeelde'.


Morele Ateliers: samen het landschap leven

 
Bij Gloed gaan we ook een landschap leven, en dat doen we samen langs diverse themas. Ons eerste Moreel Atelier eind januari gaat over broosheid en wordt begeleid door Inge en mijzelf. Het thema in april is morele ecologie. Dan sluit @Mariëlle Schuurman van Vormvinder ook bij ons aan, die promotieonderzoek bij mij, Louis van den Hengel en Walter van Andel doet naar dit concept, in de context van Creating Cultures of Care, het HKU-SPRONG programma. Een derde thema gaat over de kern van creativiteit en over hoe scheppen en voortbrengen jouw identiteit vormen. Bij dat atelier sluit @Katrien Ruytjens aan. En een vierde gaat over lichamelijkheid en luisteren.

Meer leren?


Neem hier een kijkje in het Engelstalige hoofdstuk met de 6-stappen van wat we nu Thresholding noemen. Onderstaand hoofdstuk ontwikkelde ik samen met Alistair Niemeijer voor het Bloomsbury Care Ethics Handbook en gaat over onze ervaringen met ziekenhuisbedden. We pleiten ook hier voor een benadering die recht doet aan de "onzegbare" dimensies in zorg: Hospital beds as living landscapes of care.

En hier is de link naar het Basisboek Zorgethiek door Inge dat deelnemers aan de Leergang ontvangen.

Hier vind je het artikel dat ik onlangs schreef, met daarin de meest up-to-date inzichten rondom wat we nu Thresholding noemen: Sometimes, Indirect is more Direct.

Hierboven schreef ik, dat we ethiek zien als het "ontvangen" van inzichten, waaraan - voor de theoretisch geïnteresseerden onder ons - een fenomenologische blik op de wereld ten grondslag ligt. Meer gedachten over inzichten rondom "ontvangen" hebben Inge en ik in 2018 uitgewerkt in het artikel uit 2018: Me? The invisible call of responsibility and its promise for care ethics. A phenomenological view.

De inzichten die ik in diverse andere artist-in-residencies op deed, hebben zich vertaald naar twee artikelen: hier is bijvoorbeeld een artikel over Living the Questions Themselves: Apophatic Inquiry dat ik jaren geleden schreef met Finn Hansen en Carlo Leget, en wat ook de visie op de benadering heeft gevoed. En hier is een ander artikel uit 2019, The Unsayable in Arts-Based Research: on the Praxis of Life itself.

Met Paul Lindhout en Truus Teunissen schreven we Inarticulate phenomenology: bounds and bounty of expression types

Hier vind je een beeldverslag van mijn artist in residency uit 2017, Nested tensions in care.

Merel Visse (2017). Esthetiek en zorgethiek: ruimten voor vitaliteit. Waardenwerk, 31-36.

En natuurlijk het Special issue on Art for the Sake of Care dat ik met Elena Cologni ontwikkelde en waar ruim 30 professionals hun inzichten over de ontmoeting tussen kunst en zorg schrijven. Dit komt voort uit ons Art & Care Platform dat een belangrijke partner in Gloed is, net als de universiteit waar ik momenteel werk, Drew University, Madison, New Jersey.  






gloedacademy@gmail.com | Algemene Voorwaarden | LinkedIn